Henrietta Helena Hoffman

Henrietta Helena Hoffman, geboren te Gouda op 26 april 1825, dochter van Matthias (Mattheas) Frederik Hoffman en Jeanne Marie Gronovius, overleden te Utrecht op 9 maart 1886. Bij haar overlijden, zonder beroep, wonende te Leiden en ongehuwd.

Zij vermaakte haar nalatenschap aan de gemeente Gouda en met de middelen hieruit werd de Henrietta Hoffmanstichting opgericht.

Het saldo van de nalatenschap bedroeg f 481.359,98.

Tot executeurs-testamentair werden door haar aangesteld: mr. A.A. van Bergen IJzendoorn, burgemeester van Gouda en jhr. Mr. A. Six, kantonrechter. De boedel werd behandeld door notaris G.C. Fortuijn Droogleever te Gouda.

In haar testament bepaalde zij dat een aantal jaargelden aan bepaalde personen zouden worden uitgekeerd en dat de gemeente Gouda moest stichten: "een Volksgaarkeuken, waarmede zij bedoelt, zoodanige inrichting, waardoor aan den Arbeidersstand tegen matige betaling voedingsmiddelen worden verschaft, en een gesticht tot opneming en verpleging van daaraan behoefte hebbende vrouwen of meisjes uit den fatsoenlijken stand".

Twee panden uit de boedel, Oosthaven B 82 en 83 te Gouda werden verkocht. Oosthaven B 81 (nu nummer 52) te Gouda werd ingericht ten behoeve van het gesticht. Voor de volksgaarkeuken zou een pand worden aangekocht in een arbeidersbuurt. In 1888 werden twee panden aangekocht aan de Keizerstraat K150 en 151 (nu de nummers 6 en 8) te Gouda en verbouwd tot gaarkeuken en bovenwoning ten behoeve van de keukenmeester en zijn gezin.

Het pand aan de Oosthaven werd in 1890 ingericht ten behoeve van het Hoffmangesticht later genoemd Het Henrietta Hoffmanhuis. Het was geschikt voor de opname van 11 dames en werd in 1891 officieel geopend.

In het reglement was bepaald dat het Hoffmangesticht bedoeld was tot verpleging van dames (weduwe of ongehuwd) boven de 40 jaar. Aan elke opname moesten burgemeester en wethouders hun goedkeuring hechten. Daartoe dienden de volgende documenten te worden overgelegd: een geboorteakte, een bewijs van een arts dat de toekomstige bewoonster niet aan een slepende ziekte leed, een bewijs van goed gedrag ondersteund door twee gunstig bekend staande personen en tenslotte een borgstelling van twee personen tot zekerstelling van de betaling van de verpleeggelden. Het verpleeggeld kon eenmalig voldaan worden, het bedrag was dan afhankelijk van de leeftijd, of jaarlijks door betaling van f 250,--. Geneeskundige hulp was gratis en voor een eenvoudige begrafenis werd gezorgd. Deze kosten werden na de eerste wereldoorlog éénmaal verhoogd en na 1945 zeer regelmatig. De dames waren verplicht een bed, bovenkleding en schoeisel, ondergoed, linnengoed en het hele ameublement voor hun kamers in te brengen. Deze goederen werden eigendom van het gesticht en voor gebruik afgestaan aan de inbrengster. Wilden de dames hun eigendommen behouden dan moesten zij daarvoor een bepaald bedrag betalen. Iedere bewoonster had de beschikking over een zitkamer en een kleine slaapkamer. Voor gezamenlijk gebruik waren er een eetkamer en een zitkamer. In het huishoudelijk reglement werden de tijden en de samenstelling van de maaltijden bepaald, het gebruik van de badkamer geregeld en de nadruk gelegd op de "toon van ware beschaving" die er geacht werd te heersen. Aan het hoofd van het gesticht stond een directrice. Voorts bestond het personeel uit een meid-huishoudster en een aantal dienstboden. De directrice en de meid-huishoudster werden benoemd en ontslagen door de regenten.

 

De gaarkeuken verstrekte tussen de 30000 en 40000 porties per jaar. In de dertiger jaren nam dit af tot 12000 porties per jaar. Tijdens de beide wereldoorlogen werd aanzienlijk meer van de gaarkeuken gebruik gemaakt dan in vredestijd. Na de vijftiger jaren nam de verkoop, onder leiding van en nieuw bestuur en nieuwe keukenmeesters weer toe. Het aantalbezoekers handhaafde zich tot 1970 op 20000 per jaar. In 1974 werd de keuken nog verbouwd en aan de eigentijdse eisen aangepast.

Het Henrietta Hoffmanhuis werd in 1972 gesloten en de gaarkeuken werd pas in 1987 opgeheven.

De archieven van de Henrietta Hoffmanstichtingen (1886) 1888 - 1987 (1989) berusten bij het gemeentearchief te Gouda.

Voor verdere informatie zie het genoemde archief, de inventaris van de archieven samengesteld door S.R. Straub, de verslagen van de gemeenteraad en het boekje van G. Wuis, De voeding en het voedingsbeleid van de Hoffmankeuken, volksgaarkeuken te Gouda (1888-1987), Gouda, 1992.